Category

verhalen

koord in de vorm van een hart

De Lusgroep van Elisa

By lezen, verhalen

Elisa is 42 en draagt een stevig rugzakje mee vanuit haar verleden. Ze verbleef enkele jaren in de psychiatrie. Deze opvang werd geleidelijk aan afgebouwd maar de kwetsbaarheid blijft.

Sinds enkele jaren heeft Elisa een vriend, Patrick, met wie ze samenwoont. Elisa heeft moeite om haar dagen te vullen. Meestal gebeurt dit op een passieve manier.Patrick is heel betrokken op Elisa en neemt heel wat zorg op. Na het doorlopen van een DOP-proces wensten Elisa en Patrick dat het samenkomen met andere mensen niet zou stoppen en zo kwam LUS in beeld.

Om de twee maanden komt de groep samen. De zus van Patrick en twee goede vriendinnen van Elisa die ze leerde kennen in de psychiatrie maken deel uit van de LUS-groep. De bijeenkomsten gaan door in het appartement van Nina, een vriendin van Elisa.

Voor Elisa betekenen de samenkomsten heel veel: emotionele steun, bron van motivatie om zaken in haar leven op te nemen, feedback krijgen op haar vorderingen, komen tot nieuwe inzichten omtrent haar zelf, de kans om haar kwaliteiten (fotograferen, …) te tonen.

Voor Patrick zijn de bijeenkomsten al even belangrijk: het gevoel er niet alleen voor te staan en alles te moeten dragen, het zien groeien en evolueren van Elisa, het bespreekbaar kunnen maken van zaken die leven waardoor er minder conflicten ontstaan thuis, …Geleidelijk aan groeit de groep nog sterker naar elkaar toe en ontstaan er ook contacten buiten de LUS-bijeenkomsten: Elisa telefoneert voor een babbel, spreekt af met Nina om samen een wandeling te maken, … en tegelijk geeft dit extra ademruimte voor Patrick.

In de zomer van 2017 geven Elisa en Patrick aan dat ze, na meer dan twee jaar te zijn samengekomen met de LUS-groep, op eigen kracht verder wensen te gaan.  Ze spreken met de groep af hoe ze verder contact gaan blijven houden en houden de deur op een kier: mocht het in de toekomst terug nodig zijn, dan staat iedereen terug klaar

Het verhaal van Senne

By lezen, verhalen

Senne is een jongeman van 20 die sinds enkele jaren een LUS-groep heeft. Zijn groep komt een drietal keer per jaar samen. Dit is voor hem steeds een belangrijk moment waar hij naar uitkijkt, een moment dat veel voor hem betekent:

“Ik vind het leuk om de vele mensen terug te zien. Iedereen luistert naar mij. Soms ben ik wel vermoeid omdat ik dan al de hele dag naar school geweest ben, maar toch kijk ik er naar uit. Het is leuk dat de mensen komen en dat ze er moeite voor doen. We spreken over veel dingen: mijn geboorte, mijn vrije tijd, vakanties, mijn vrienden, …Ik heb ook iets bijgeleerd van de mensen. Elke keer was goed!”

De samenkomsten bieden Senne de kans om die zaken die hem als jonge twintiger bezig houden te delen met meerdere mensen. De aanwezigheid van een groep die hij vertrouwt, zorgt ervoor dat hij thema’s durft aankaarten die niet vanzelfsprekend zijn.

De papa getuigt:

“De bijeenkomsten zijn voor Senne echt ‘zijn’ momenten.  Hij voelt perfect aan wat hij daar kan en wil brengen. Hij weet dat daar anders geluisterd wordt naar wat hij brengt dan tijdens een doordeweeks moment aan de keukentafel.”

Ofschoon de groep samen met Senne gericht is op het heden en de toekomst, is het verleden eveneens van belang. Senne is van bij zijn geboorte geadopteerd en dit feit houdt hem bezig. Wie zijn mijn ouders? Hoe leven zij? Wie zou ik geweest zijn als ik bij hen zou opgegroeid zijn? Waarom hebben ze mij afgestaan? …

Als op één van de bijeenkomsten Senne dit thema inbrengt, wordt het muisstil. Op een rustige en tactvolle manier legt Senne uit welke vragen hem bezighouden. Tegelijkertijd geeft hij aan dat hij heel tevreden is met het warme nest waarin hij is opgegroeid en nog steeds opgroeit. De groep luistert aandachtig en spreekt zijn begrip en waardering uit voor de manier waarop Senne dit aanbrengt. Er wordt gepeild naar concrete verwachtingen die mogelijk samenhangen met de vragen en emoties van Senne. En die zijn er. Een van zijn wensen is een uitstap naar de plek waar hij geboren is, samen met zijn ouders.

Enkele maanden later is het zo ver. Voor Senne is dit belangrijk. Het lost geen problemen op, noch geeft het echte antwoorden op zijn vragen. Maar het ervaren van begrip en van respect voor datgene wat hem bezighoudt, maakt hem sterker als persoon.

kind geeft handen aan 2 volwassenen

Het verhaal van Chantal

By lezen, verhalen

Chantal belt in 2013 naar LUS vzw, op aanraden van een begeleidster van een centrum voor kinderzorg en gezinsondersteuning (CKG). Chantal is een alleenstaande mama met een dochtertje van 4 jaar dat gezondheidsproblemen heeft. Haar vraag is duidelijk:

“Ik wil mensen rond mij bij wie ik me veilig voel en waar ik steun vind bij de opvoeding van Lia.”

Na het telefoontje duurt het maanden voor er een volgende stap gezet wordt. Bij elk telefonisch contact blijft Chantal haar wens herhalen, maar van zodra het concreet wordt, houdt ze alle verdere contact af. Achteraf vertelt ze dat ze in die periode gewoon geen energie meer over had om een afspraak te maken. Af en toe telefoneren was alles wat toen lukte. Na zes maanden is er terug ademruimte en voelt Chantal dat we niet loslaten, en net dát doet haar zeggen dat we mogen langskomen. Er volgen gesprekken waarin Chantal met mondjesmaat haar verhaal brengt en vooral vertelt over de zorg voor haar dochtertje.

Bij het in kaart brengen van haar netwerk kan Chantal geen namen opschrijven. In het verleden zijn er een aantal zaken gebeurd waardoor ze gebroken heeft met haar familie. Vriendinnen van vroeger is ze uit het oog verloren, zeker nu ze verhuisd is naar een andere provincie. De contacten met hen herstellen wil ze liever niet, omdat die teveel verweven zijn met haar eigen familiegeschiedenis.

Ze hoopt in eerste instantie dat Els en Marie, de logopediste en kinesiste van haar dochtertje, deel zullen willen uitmaken van haar netwerkgroep. Maar deze mensen laten na een tijdje weten dat ze daar jammer genoeg geen tijd voor kunnen vrijmaken, wat voor Chantal een nieuwe teleurstelling betekent. Ook contacten met de plaatselijke afdeling van Femma leverden niets op, maar de Gezinsbond bleek wel een goed spoor. Na verschillende gesprekken met de verantwoordelijke en een aantal actieve leden, komt LUS vzw in contact met een jonge mama die in de buurt woont en die wel zin heeft om kennis te maken en verhalen uit te wisselen over de kinderen.

Na bijna twee jaar zitten ze nu met drie rond de tafel bij Chantal thuis. Voor velen misschien een mager resultaat, maar voor Chantal een enorme stap. Chantal heeft nieuwe mensen toegelaten in haar leven, vertelt over de dingen die gebeuren in haar leven en pikt dingen op die de anderen aangeven. Maar het is nog broos en wankel. Soms interpreteert Chantal zaken anders dan ze bedoeld zijn, waarna ze zich gekwetst terugtrekt. Maar de gesprekken blijven lopen. Nu de eerste stap gezet is, wil Chantal verder: ze wil er nog een paar mensen bij, niet teveel, net genoeg zodat ze rond haar tafel in de keuken kunnen zitten.

Het verhaal van Ben

By verhalen No Comments

Het verhaal van Ben

Ben was zelf geen vragende partij voor een LUS-groep. Ben is niet zo vlug vragende partij voor iets, tenzij zijn favoriete merk van cornflakes op is, tenzij de bus die hem naar het dagcentrum brengt niet komt, tenzij er onverwachts bezoek is of een vast Tv-programma plots niet uitgezonden wordt omwille van een sportwedstrijd.

Dan vraagt Ben om zijn mama, Annie.

Nadat Annie op een ouderavond de uitleg hoorde over de activiteiten van LUS vzw, vonden we volgende mail in de mailbox.

“Beste, op dinsdagavond, was ik aanwezig op een infoavond van LUS. Het was een verhelderende uiteenzetting, over een ondersteuning waar ik naar op zoek ben, maar niet kon denken dat ik dit bij LUS kon vinden.

Ik ben al 33 jaar weduwe en neem de zorg op voor mijn 35 jarige zoon met een ernstige verstandelijke beperking en bijkomende moeilijkheden door zijn autisme. Hij woont bij mij thuis en gaat momenteel vier dagen per week naar een dagcentrum. Degene die alles regelt in zijn leven ben ik, en ik moet zorgen dat er evenwicht is tussen rust en activiteit voor hem en hem ook voldoende veiligheid bieden als ik eens weg moet, wat niet eenvoudig is. Mijn hele leven staat eigenlijk in het teken van Ben.

Maar nu voel ik dat ik hulp moet vragen, hoewel het mij veel moeite kost. Ik geef liever hulp. Ik vind het moeilijk om een concrete vraag te stellen aan LUS, maar ik ondervind, dat om dit alles te blijven volhouden, ik nood heb aan mensen om mee te denken en te zoeken en ook eens iets over te nemen. Ook voor de beslissingen naar later toe heb ik hulp nodig, hoe het verder moet met Ben, voor zijn welzijn. Dit zou ook eens goed besproken moeten worden, want dat houdt mij steeds meer bezig. Ik merk bij mijn twee andere zonen dat zij daar ook nood aan hebben.

Zou het mogelijk zijn om eens langs te komen om eventueel bij ons een LUS-groep te starten?”

Dat deden we en ondertussen komt er elke 3 maanden een groep van 10 mensen samen en worden de gesprekken in goede banen geleid door vrijwilligster Christine.